Door: Erik van Putten

Wellicht is het u de afgelopen tijd ook opgevallen: De nieuwe auto van koning Willem Alexander heeft binnen het autojournaille niet tot overdreven opgetogen reacties geleid. Terwijl de extra verlengde en schitterende Audi A8 toch alle ingredienten van zijn bouwers heeft meegekregen om de nodige euforie te veroorzaken. De zes ton kostende door Nederlanders verlengde toplimousine uit Ingolstadt zou normaal gesproken diverse redacties in extase moeten brengen. Maar ik bespeurde een getemperd enthousiasme.

Twee gedachten
Als ik het goed heb gezien hinkte bijvoorbeeld de uitstekende Autovisiejournalist Werner Budding op twee gedachten. In een video –opgenomen in de evenknie van de auto van de Koning- zag ik een enigszins ongemakkelijke Budding verslag doen vanuit de werkplek van de koning. Vanaf het lamsleer vertelde hij alles over de luxe in de vakkundig verbouwde auto uit Ingolstadt. Maar ik zag geen moment een grote glimlach doorbreken op het normaliter enthousiaste hoofd van de autogekke globetrotter, die overigens fijntjes verwees naar de kosten van de verlenging van de toplimo uit Beieren.

Getemperd enthousiasme
Ook in de Nationale Autoshow van 10 maart werd met een getemperd enthousiasme over de Audi gesproken. Daar werd gesteld dat de verlenging ook achterwege had kunnen blijven. Verder liet Autoweek inhoudelijk niets los. Het gaf alleen een paar feiten over de auto en de ombouw ervan weer. In heel neutrale zin, want ook hier miste ik enthousiasme bij de grote foto van de koning en zijn nieuwe dienstauto.

Gepaste terughoudendheid
Ik ben ervan overtuigd dat het voltallige journaille wel degelijk onder de indruk is van de koninklijke dienstauto. Maar ik kan mij voorstellen dat men enige terughoudendheid betracht in het uiten daarvan. In ieder geval kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat de schrijvende en sprekende autopers wel degelijk kritisch tegenover de aankoop van de Audi stond. Dat heeft een reden.

Beveiliging noodzaak
De koning heeft een vooraanstaande functie en representeert ons land op een goede manier. Zijn status brengt met mee dat hij voortdurend onder een vergrootglas ligt. De aanslag tijdens Koninginnedag 2009 in Apeldoorn verantwoordt daarnaast meer dan ooit het belang van een goed beveiligde auto. Met een Audi A8 komt de koning daarnaast uitstekend voor de dag. Maar juist met deze op en top aangeklede auto uit Ingolstadt plaatst hij zichzelf nu extra prominent onder de publieke loep. Terwijl er uitstekende en voordeliger alternatieven voor handen waren om als dienstauto in te zetten.

Merkbestendigheid
Diverse Volvo’s prijken -net zoals enkele Audi's- op de voorraadlijst van het Koninklijk Huis. Daar staat minimaal één verlengde S80 tussen, die van alle gemakken is voorzien en achteraf nog enigszins aangepast zou kunnen worden. Dat is een minder kostbare maar wel stijlvolle reden die tot het bestendigen van de relatie tussen de koning en het zo beschaafde Zweedse merk had kunnen leiden. De ingetogener Audi A8 L Security was ook een mogelijkheid geweest. En vanuit historisch perspectief had ons Staatshoofd voor een verlengde en gepantserde S-Max kunnen kiezen. Daarmee was hij teruggekeerd naar het merk waar zijn moeder en grootmoeder zich tijdens hun tijdperk als Staatshoofd mee inlieten. De aanschaf van een bescheidener dienstauto had de Hofhuishouding en daarmee de belastingbetaler in ieder geval tonnen bespaard. Een besparing die naadloos had aangesloten op de door de koning zo gewenste participatiesamenleving.

Afstand
Dat begrip is ontstaan vanuit de gedachte dat iedere Nederlander meer dan een steentje bij moet dragen, als alternatief voor teruglopende pecunia in ons land. De uitspraak is voor de gehele samenleving bedacht. Dus ook voor de middeninkomens, de modale inkomens en het groeiende aantal mensen dat zichzelf onder de armoedegrens terugvindt. De koning deed tijdens de Troonrede van vorig jaar een dringend beroep op iedereen, niet in de laatste plaats vanwege financiele redenen. In dat perspectief vergroot een op en top aangeklede dienstauto van zes ton- ongeacht het merk- de afstand tussen het Staatshoofd en de burger. Want de koning heeft de Audi aangeschaft voor zijn werkzaamheden. En een onderdeel van dat takenpakket is het dienen van het landsbelang en het vertegenwoordigen van de burgers die hij oproept om financieel belangenloos te participeren. Een bedrag van zes ton voor een dienstauto weerspreekt dat uitgangspunt.

Onsterfelijk
Bij het autojournaille heeft de bestelling van de fraaie Audi ook om die reden tot gepaste bescheidenheid geleid. Een vorm van bescheidenheid, die juist ons Staatshoofd gesierd zou hebben. Een vorm van bescheidenheid bovendien, die beter had aangesloten op het begrip participatiesamenleving. En op het begrip dienstauto.