Mercedes Benz 230-250-280 SL Baureihe W113 ("Pagode")
De Mercedes SL-serie, die van 1963 tot 1971 werd gebouwd, is beter bekend als "Pagode". Bij zijn introductie moest de door de Fransman Paul Bracq ontworpen sportwagen twee legendarische SL-versies vervangen: De 190 SL en de 300 SL serie, die beiden uit het midden van de vijftiger jaren stamden. Met name de 300SL liet een erfenis na: de als Gullwing en cabriolet geproduceerde Mercedes had in die tijd al een iconische status. Op de Pagode- Baureihe W113- rustte een zware taak.
Merkwaardige daklijn
De Pagode is volgens ons de mooiste Mercedes die ooit van de Duitse fabrieksband rolde. De- in de basis- tweezits sport-Mercedes dankt zijn bijnaam aan de merkwaardig vormgegeven daklijn, die op het hardtopmodel en coupemodel zichtbaar was. De daklijn werd overigens niet door Fransman Bracq ontworpen. Die legendarische creatie kwam op naam van Bela Barenyi. En over het dak gesproken: de Pagode was gedurende zijn gehele loopbaan minimaal in drie varianten leverbaar. Als roadster, als coupe met vast dak en als versie die de combinatie van een afneembare hardtop en softtop had en daardoor ook als roadster was te gebruiken. In de latere productiejaren werd daar ook nog de California-uitvoering aan toegevoegd. Deze Pagode had een afneembare hardtop, maar de koper moest een opvouwbaar dak ontberen. De constructeurs hadden deze uitvoering speciaal voor de zonnige Amerikaanse staten ontwikkeld en boden door het ontbreken van het neerklapbare dak 2 zitplaatsen extra aan de koper. De W113 generatie van de Mercedes Benz SL serie was niet alleen uiterlijk gezien een vooruitstrevende auto. Ook op het gebied van veiligheid stond de prachtige Benz zijn mannetje. Kreukelzones en een veilige stuurinrichting zorgden voor de nodig passieve botsveiligheid. De Baureihe W113 stond daarnaast op een stevige bodemplaat: een met dertig centimeter ingekorte basis van de Heckflosse series W110/W111, die in die jaren ook bezig waren aan een indrukwekkende carriere.
Debuut in 1963
De Pagode debuteerde in juli 1963 als 230 SL. In deze debutant vond de koper een opgeboorde motor uit de 220 SE. De 2,3 liter motor van het bouwtype M127 kenmerkte zich- mede dankzij een hogere compressie en het gebruik van een zesvoudige injectiepomp- vooral door zijn souplesse. De daardoor ontstane rijdynamiek werd in 1966 verder verfijnd door de mogelijkheid om een ZF-automaat in de Pagode 230 SL in te bouwen. Die zorgde voor een snellere acceleratie en een respectabele 200 kilometer per uur. Ter vergelijk: de Porsche 911 uit die jaren haalde zulke waarden nog niet. De 230 SL sage duurt tot januari 1967. Na 19.381 gebouwde exemplaren nam de meeste zeldzame Pagode zijn plek in: de 250 SL.
Kort gebouwd
De 250 SL zag in december 1966 al het levenslicht. Uiterlijk veranderde er nagenoeg niets aan de opvolger van de eerste Pagode. De vernieuwingen bestonden uit een grotere motor en reminstallatie, die - in gemodificeerde vorm- uit de grotere Mercedes 250 SE van Baureihe W108 kwamen. De 2.496 cc motor was ten opzichte van zijn voorganger niet met meer PK's toebedeeld. Wel lag het koppel 10% hoger en daar lag de winst. Verder was in tegenstelling tot zijn voorganger extra zitruimte een fabrieksoptie. Voor de kleine plek achter de voorstoelen kon de koper een tweetal extra zitplaatsen bestellen. De 250 SL werd tot januari 1968 geproduceerd, en is met een aantal van 5196 geproduceerdeexemplaren de meest zeldzame.
Mercedesrevolutie in 1968
1968 is historisch gezien een roerig jaar. Ook voor Mercedes-Benz was het een jaar van veranderingen. Modellen werden vernieuwd, en technologisch gezien was de M130 motor een uitstekende basis om in meerdere modellen van Das Haus te plaatsen. Het 2.778 cc metende blok werd ook in de- uiterlijk haast ongewijzigde- Pagode gebouwd. Naar historisch gebruik weer met de nodige aanpassingen. De 280 SL- zoals de 250 SL opvolger ging heten- kreeg een aangepaste nokkenas met veranderde timing. Ten opzichte van de voorganger had de M130 motor in de Pagode 20 PK meer en opnieuw 10% meer koppel: maximaal 245 Nm bij een toerental van 4.500 per minuut. Ook accelereerde deze 280 SL weer wat rapper: de handgeschakelde versie snelde in 9 seconden naar 100 kilometer per uur. Van deze laatste Pagodevariant liepen- tot het definitieve W113 einde in februari 1971- 23.885 exemplaren van de band. Het werd daarmee de meest geproduceerde SL van deze generatie. Het was een duidelijk teken van welvaartsstijging.
48.912 maal schoonheid
De SL in Pagodetrim werd in totaal 48.912 keer geproduceerd. De helft hiervan werd naar Amerika geexporteerd. In 1971 werd Baureihe W113 opgevolgd door de krachtiger ontworpen, maar minder elegante Mercedes 350 SL van Baureihe R107. Die maakte een einde aan een periode waarin Mercedes Benz met de Pagode romantiek en prestaties liet samensmelten naar een verwachtingsvol toekomstbeeld. En dat werd door de zakelijker vormgegeven R107 met de focus op sportiviteit succesvol bekrachtigd.