Delen via sociale media

MG A (1955-1962)



 

Iedere rechtgeaarde klassieke autoliefhebber kent natuurlijk de MG MGB: de sympathieke Engelse sportauto die van 1962 tot 1980 werd geproduceerd. Minstens zo legendarisch was zijn voorganger: de MGA van Morris Garages.


Moeizame start
De meesterlijke constructie van Syd Enevers had een moeilijke geboorte. Leonard Lord- een echte Austin-man en de grote baas van BMC- zag het aanvankelijk niet zo zitten in de MGA. Hij kon uiteindelijk niet meer om de dalende verkoopaantallen van de- op vooroorlogse stiel gebaseerde- oude modellen van Morris Garages heen. Syd Enevers  verrichte in 1952 derhalve de aftrap een nieuwe generatie kleinere Engelse sportwagens. Het resulteerde in een revolutionair ontwerp. Dat kenmerkte zich vooral door de lage bouw en een daardoor ontstane lage zitpositie. Het onderstel was volledig nieuw. De nieuwe roadster kreeg een onderstel met wishbones en schroefveren voor. De ophanging achter bestond uit een combinatie van semi-elliptische bladveren en een starre achteras. Verder kreeg de MGA vier trommelremmen. Het werd een echte Britse sportwagen, die zijn publieksdebuut op de autotentoonstelling van Frankfurt beleefde. Jaar van handeling: 1955


Aftrap met 1500 motor
De MG MGA debuteerde met een 1500 motor. Deze BMC B-motor kende een cilinderinhoud van 1.489 cc. Aanvankelijk kende deze 68 pk en een top van 155 kilometer per uur. Later werd het vermogen opgekrikt naar 72 pk. De 1500 motor was betrouwbaar en vond ook zijn weg naar de MG A Coupe, die in 1956 het gesloten broertje van de roadster werd. Vier jaar lang werd de 1500 geproduceerd: in totaal liepen 58.750 MGA exemplaren met deze motor van de band, voordat deze in 1959 werd opgevolgd door de modellen met een tot 1.588 vergrote motor: de MG MGA 1600. Maar eerst kwam de sportieve broer van de MGA 1500: de TwinCam.


Twin-Cam
In 1958 debuteerde de MG MGA Twin Cam. Die kreeg een 1.588 cc motor uit de B-Series. Deze werd speciaal voor de Twin Cam door Harry Weslake naar sportieve specificaties aangepast en deze onder meer van twee bovenliggende nokkenassen voorzien. In eerste instantie kende de Twin Cam 107 PK. Door een iets lagere compressieverhouding en verdere technologische verfijning ging dat vermogen naar 100 PK. Het topmodel had vier schijfremmen rondom. De prestaties van de Twin Cam waren overigens indrukwekkend. Minder tot de verbeelding sprak de betrouwbaarheid van de sportiefste MGA, die altijd de herkennen was aan de gesloten wielen en- in tegenstelling tot andere MGA modellen- niet met spaakwielen leverbaar was. Technische moeilijkheden zetten de goede naam van MG onder druk. Er waren veel problemen met de verkeerde kleptiming in combinatie met de dure nokkenassen. Vooral bij de aanvankelijke 107 PK versie kwamen die voor. De technische malheur was er mede oorzaak van dat al in 1960 -na 2.111 gebouwde exemplaren- het einde van de Twin Cam werd ingeluid. Voor zijn tijd waren de prestaties echter indrukwekkend:  De snelste versie haalde een top van 180 kilometer per uur en snelde in 9,1 seconden naar “honderd”. Het is tegenwoordig de meest waardevolle MGA. Daarbij zijn de technische problemen van toen bij dit type nu grotendeels geschiedenis.

 

Twee uitrustingsniveau’ s
Zoals gezegd lanceerde Morris Garages in 1959 de MGA 1600 als opvolger van de debutant uit 1955.  Deze kreeg ook de B-series motor met een inhoud van 1.588 cc, maar dan zonder de constructie van de dubbele bovenliggende nokkenassen uit de Twin Cam. Deze grotere motor betekende niet de enige aanpassing ten opzichte van de MGA 1500. Doordat de Engelse sportauto met een vergrote cilinderinhoud en een vermogen van 78 PK beter presteerde dan zijn voorganger was de montage van twee schijfremmen aan de voorzijde noodzaak. Morris Garages handhaafde echter de trommelremmen achter. Er vonden uberhaupt niet veel wijzigingen ten opzichte van zijn voorganger plaats. Aan de plaats van de verlichting zag je het onderscheid. Voor het overige werd de karakteristieke buitenkant volledig intact gelaten. De tot 1961 in een oplage van 31.501 gebouwde 1.600 uitvoering was in twee uitrustingsniveau’ s leverbaar: de standaarduitvoering en de De Luxe. Die laatste kenmerkte zich door speciale wielen die centraal vergrendeld waren en schijfremmen rondom. De luxe versie ontstond doordat MG onderdelen over had na het uit productie nemen van de TwinCam.


Mark II sluit de rij
Na 31.501 exemplaren van de MGA 1.600 kwam de Mark II. Aanpassingen waren optisch nauwelijks zichtbaar. De Mark II kreeg een naar 1.622 cc vergrote motor. Ook een andere achteras was een duidelijk kenmerk. Het leidde tot een verbeterd weggedrag en meer mogelijkheden om het vermogen van de 90 PK motor goed op het asfalt te krijgen. De Mark II liep van 1961 tot 1962 nog 8.719 keer van de band, voordat in 1962 de geboorte van een nieuwe legende plaatsvond: de MG MGB.

 

Foto's komen onder andere van Erik van Putten en fwallpapers.com

De MG A in beeld

UA-39509209-1