Mini Cooper S (1963-1971)
Toen de Austin Seven en Morris Mini Minor in 1959 het levenslicht zagen kon ontwerper Alec Issigonis het niet bevroeden: De kleine Mini zou de basis voor een auto vormen die in internationale rally’s alles en iedereen verraste: De Mini Cooper S.
Issigonis’ vriend en Formule 1 constructeur John Cooper had het na de introductie van de allereerste Mini al snel in de gaten: De basis-ingrediënten maakten de Mini zeer geschikt voor race- en rally-evenementen. In 1961 voegde Cooper technische- op sportieve leest geschoeide- aanpassingen toe aan de kleine Engelse creatie. Zo werd de Mini Cooper geboren.
Opgevoerd
De Mini Cooper was ten opzichte van het basismodel cosmetisch en technisch aangepast. De Cooper was mede herkenbaar dankzij het dak. Dat was ten opzichte van de rest van de compacte carrosserie in een contrasterende kleur gespoten. Belangrijker waren de technische aanpassingen. De cilinderinhoud van de standaard 848 cc motor van de Morris Mini-Minor werd voor de Cooper opgeboord naar 997 cc. Dat resulteerde in een vermogensstijging van 34 naar 55 PK. De prestaties werden gepolijst dankzij een een dubbele SU carburateur. Ook een close-ratio versnellingsbak en schijfremmen op de voorwielen waren kenmerken van de Cooper. Het bleek de voorbode voor een nog snellere- inmiddels legendarische- versie.
The S is in the name
In 1963 werd zag de jaren-zestigheerser van Monte Carlo het levenslicht. Net zoals het basismodel van de Mini en de gewone Cooper werd ook deze als Austin en Morris gebouwd. Technisch waren de Coopers van beide merken identiek. De aanpassingen die de Cooper een "S" maakten ook. Waar de “gewone” Cooper al van de nodige technische aanpassingen was voorzien, daar deed John Cooper voor de “S” er nog een flinke schep bovenop. Krachtiger schijfremmen, een dubbele tank, een oliekoeler en een 1071 cc 70 PK motor zorgden voor de geboorte van een wagentje met fabuleuze rijeigenschappen, die versterkt werden dankzij een sportief conventioneel onderstel. De oer-Cooper S met 1071 cc bleek de voorbode voor een nog snellere- inmiddels legendarische- versie. En hij won in januari 1964 voor de eerste keer de Rally van Monte Carlo.
Doorontwikkeld
De Cooper S 1071 werd in 1964- na een productie van 4.031 exemplaren door twee nieuwe varianten opgevolgd. Ze kregen de hydrolastic veerbollen. Tevens kregen ze nieuwe motoren toebedeeld. Voor homologatiedoeleinden kregen 963 Coopers de 970 cc met 65 PK motor toebedeeld. Deze werd overigens maar een jaar gebouwd. De motor die de Cooper S zijn definitieve roem bezorgde was de 1275 cc motor met 77 PK en een top van 165 kilometer per uur. In die hoedanigheid won de Cooper S – tot verrassing van alles en iedereen- nog eens twee keer officieel en een keer officieus de Rally van Monte Carlo, en dat verschafte het sympathieke bommetje eeuwige roem. Overwinningen in andere classics versterkten die status alleen maar.
Drie keer officieel winnaar, een keer officieus
De Mini Cooper S reed in “Monte Carlo” van 1964 tot en met 1967 steeds als winnaar over de eindstreep. Tot verbijstering van het internationale journaille werd de zege van 1966 (inclusief de podiumplaatsen twee en drie, ook bezet door de Cooper S) niet geldig verklaard, waardoor Citroen met de DS en haar twee Finse bemanningsleden- tot winnaar werd uitgeroepen. De controversiële beslissing vond zijn grondslag in de ondeugdelijke verlichting die de drie Mini’s in dat jaar sierden. De naam van de kleine auto was in autosportkringen al lang gevestigd dankzij de zeges in 1964 en 1965. Rally’s waarin de Cooper S als Morris Mini zwaar geschut van Mercedes, Jaguar en Volvo vrolijk naar huis reed.
Niet alleen een sportief succes
De Cooper S stond niet alleen in de diverse internationale rally’s zijn mannetje. De topversie van de Austin Seven en de Morris Mini Minor was sowieso een verkoophit. De langst geproduceerde versie- die met de 1275 cc motor- vond 40.153 maal een koper. In 1971 eindigde de productie. In de laatste jaren van zijn indrukwekkende carrière leverde British Leyland de Cooper S naast de –overigens tien jaar lang succesvol gebouwde maar minder temperamentvolle- Mini 1275 GT. Die laatste uitvoering kenmerkte zich door de Clubman-neus en rostyle velgen. Hij volgde de gewone Cooper op, maar kon aan de Cooper S niet tippen: niet qua prestaties en niet qua uitstraling. Het geeft aan de drievoudig winnaar van de Rally van Monte Carlo zijn eigen geschiedenis schreef binnen de classic Mini-range. Sterker: vooral dankzij de Cooper S werd de kleine Mini een legende.
Foto's: press.bmwgroup.com en free.miniservers.com