Delen via sociale media

Metro-man

Gepost 26/10/2013

Door: Erik van Putten

U weet het inmiddels wel. Ik ben een autoliefhebber in de breedste zin van het woord. Daarom kijkt u er vermoedelijk niet vreemd van op dat ik -naast het volgen van automotivenieuws en het erover schrijven- ook regelmatig diverse aanbiederssites bezoek. Uw houding wordt waarschijnlijk al anders als ik daaraan toevoeg dat ik op het internet regelmatig in de prijscategorie “tot 2.000 Euro” speur. Dat vindt u wellicht vreemd “want”, zo hoor ik vaak, “als liefhebber zoek je toch naar de krenten in de pap? En niet naar oude gebakjes?”

Underdoggevoel
Het antwoord op dit oerhollandse stigma is helder: het zwak voor deze categorie komt voort uit een sympathie voor automobiele underdogs. Dat gevoel maakte zich ergens in het begin van de jaren tachtig van mij meester. Het zat zo: Mijn ouders reden in die jaren- als tweede auto- een Citroen 2CV4. Noodgedwongen overbrugden wij in het begin van de jaren tachtig dankzij de met 435 cc gemotoriseerde Deuxchevaux een keer de afstand van Ens naar Haarlem. Oftewel: 120 kilometer. Zeker in de Randstad moest de kleine Citroën alle zeilen bijzetten om mee te komen met het ook toen al drukke en voortrazende verkeer. Daarin slaagde hij wonderwel. Belangrijker: de Citroën liet zien dat deze in noodgevallen- onze GSX stond voor de zoveelste keer bij de garage ter reparatie- meer bood dan de status van boodschappenauto alleen. Oftewel: de underdog werd held.

 

Tegenwicht
Nog altijd ben ik gevoelig voor de tegenwichten van de voortrazende vaart der volkeren. Eén van die auto’s is de Mini Metro, die later verwerd tot Rover 100. De in 1980 gelanceerde opvolger van de Mini wist -zij het veel te laat-  een tegenwicht te bieden aan de Fiat 127, Renault 5, Datsun Cherry, Toyota Starlet en Volkswagen Polo. De Metro moest het volledig door “the foreign invaders” overgenomen Britse wagenpark weer voorzien van de kleuren van de Union Jack. Ook op het continent wilde men weer serieus genomen worden. Met de Metro lukte dat redelijk, want alleen al voor de thuismarkt verlieten meer dan een miljoen “Mini-opvolgers” de fabriek. Dat was opzienbarend, want de Metro leverde een zwaar gevecht tegen de inktzwarte schaduw die vooral in het begin de jaren zeventig tevoorschijn kwam. Deze donkere wolken verduisterden de Britse automobiele zon voor lange tijd.

 

Underdog zorgt voor avontuurtje
Juist daarom vond ik het zo mooi dat in 1990 het model op het Europese vasteland- als gevolg van het bedenkelijke imago van de merknaam Austin in Europa- als Rover 100 werd voortgezet. In 1994 werd voor de thuismarkt dat voorbeeld gevolgd. De Rover 100 werd nog tot 1998 gemaakt. De upgrade van de Mini Metro betekende dat je met een afgezant van de Rover 100-serie- die zelfs als heuse cabrio werd geleverd- een chique dame of heer werd. Aangezien dat al weer even geleden is,tref je de Rover 100 nu regelmatig aan met lage kilometerstanden. En vooral: voor ridicuul lage prijzen. Voor een kleine €1.000 rij je een 94-er Rover 114 Ascot in British Racing Green en met automaat.  Een auto, waarin ieder ritje- om met Jort Kelder te spreken- een avontuurtje wordt. Want de Engelse imborst van de auto geeft- in combinatie met de leeftijd- geen garantie voor zorgeloze kilometers. Maar juist dat spreekt mij in de Metro-opvolger juist wel aan. Kijken of je iedere keer weer ongeschonden en feilloos op de plaats van bestemming aankomt. Met een auto die zoveel anders is dan de Renault Clio’s, Ford Fiesta’s, VW Polo’s en Daihatsu Charades, die in hetzelfde tijdperk wèl betrouwbaar de kilometers onder de banden lieten doorglijden. In een auto, die tegenwicht biedt en in alle opzichten anders is. En licht verguisd.

 

Metro-man in Rover 100 kledij
Maar als enige van die categorie is hij in staat om jouw trots voor zich te winnen. Vanuit het underdoggevoel. Vanuit het anders zijn. Vanuit de wetenschap dat hij ondanks de verdrukking van het verleden als concept 17(!) jaar dienst deed en ruim twee miljoen keer werd gebouwd. En daarom vind ik hem nou zo sympathiek. En is het een liefhebbersauto. Een ideale tweede auto ook, waar je stiekem meer kilometers in wilt rijden dan in de auto voor dagelijkse inzet. Misschien koop ik er wel een. En word ik een Metro-man in Rover 100 kledij. Het t-shirt met de uitspraken van Alan Partridge is in ieder geval al besteld.

 

 

Afbeeldingen bij deze column (klik op de foto voor een vergroting en scrollen)

UA-39509209-1