Delen via sociale media

Edd en Mike rule the ways!

Gepost 17/04/2011

Sinds 1 april jongstleden hebben wij digitale televisie van KPN. Om meerdere redenen ben ik daar erg blij mee. Ten eerste ondervinden we geen hinder van het landelijke mysterie der gevallen zendmasten, ten tweede hebben we de harddiskrecorder bij het pakket zitten. Dat opnameapparaat zorgt er voor, dat programma’s als Top Gear en Wheeler Dealers strijden om de titel: welk programma wordt het meest opgenomen en teruggekeken? 

Op dit moment zijn Mike Brewer en Edd China favoriet. Handelsman Mike en supermonteur Edd vormen een perfecte combi. Mike denkt aan winst, te maken op iconen uit met name de Britse en in mindere mate de Duitse auto-industrie, en Edd moet van niets iets maken. En daar slagen beide heren wonderwel in. Met een aanstekelijke enthousiasme en onvoorstelbare handigheid worden Lotussen Elan, Mini Mokes, Merc SL’s en Range Rovers opgekalefaterd tot iets moois, dat tot in lengte van jaren de Britse B-wegen zal sieren. So far, so good. 

Vanaf mijn geboorte hebben auto’s van de andere kant van de Noordzee zich kunnen verheugen in enige interesse van mijn kant, maar op de een of andere manier was het toch de ver van mijn bed show. De Britse auto industrie is in mijn optiek, met name vanaf het begin van “the seventies” altijd een rommelig verhaal geweest. Voor mijn tijd, in de vijftiger en zestiger jaren lag dat anders. Toen was het Britse automobiel producerende landschap bezaaid met diverse Angelsaksische merken (Ford en Vauxhall tel ik niet, want die behoorden tot grote Amerikaanse concerns) zoals Riley, Wolseley, MG, Vandenplas, Austin, Morris, Jaguar, Rolls Royce, Bond, Hillman, Sunbeam, Bentley, Triumph, Aston Martin, Lotus, Morgan, Rover, Land Rover etc. etc. 

Die eerste zes merken deden aan een sterke vorm van multibranding avant la lettre. Het mooiste voorbeeld is daarvan is, dat de Glider modellen door de eerste zes merken in diverse verschijningsvormen werden gelanceerd. De gewone man ging voor de Austin en Morris, de individualisten en de beter bedeelden pakten de luxere Wolseley, Riley of Vandenplas, en de sportieveling, die de Austin of Morris te gewoontjes vond, pakte de MG. En dan hebben we het alleen nog maar over de Glider afgeleiden. Ook de Mini vond zichzelf regelmatig gerebagded terug. Mooi voorbeeld hiervan was de Wolseley Hornet. In ieder geval: een zeer divers pakket aan Britse auto’s stond de koper ter beschikking. 

In de zeventiger jaren verloor de Britse automobielindustrie aan glans. Er verdwenen vele kleine merken, en de overgebleven merken werden samengevoegd onder het overkoepelende orgaan British Leyland. Hoewel de merknamen behouden bleven werden zij niet meer als zelfstandig gepresenteerd. Daar is de neergang van de Britse auto-industrie in mijn optiek begonnen. Men kocht geen MG meer, men kocht een Leyland MG. Men kocht geen Jag meer, nee, met kocht een product van British Leyland. En dat allemaal ook nog in een tijd dat men besloot om oersaaie Marina’s en Princessen te produceren, en Austin in 1973 de Allegro lanceerde met zijn quartic stuurwiel! 

Kwalitatief waren de Britten in die tijd, mede door achterhaalde productietechnieken, niet best, met als triest dieptepunt de auto van het jaar 1977, de overigens prachtige, Rover 3500. Deze eiste bij het verlaten van de fabrieken al de titel “koning van de pech” voor zich op. In de jaren 80 en 90 verdween het overkoepelende Leyland. Maar toch zette het verval zich verder door, ware het niet dat de Mini nog altijd icoon was, en (Land-Range) Rover en MG, samen met de exclusievelingen (Jaguar, Rolls, Morgan en Aston Martin) de Union Jack in autoland overend hielden. Rover deed dat door met BMW en Honda samen te werken, en fraaie auto’s te produceren. 

Mismanagement en graaierij hebben ervoor gezorgd, dat Rover inmiddels ook niet meer bestaat. In Longbridge, waar tal van Britse automobielen zijn geproduceerd, stonden in het laatste jaar van de Rover 75 honderden niet uit te leveren exemplaren van het genoemde type weg te rotten. Kapitaalvernietiging tot en met en exemplarisch voor het nivo van leidinggeven en plannen. En MG? Dat is nu Chinees, en daarmee surrogaat van zijn eigen historie geworden. 
De New Mini is echter een groot succes, de Range- and Land rovers fantastisch, Lotus is nog altijd lekker bezig, en Jag, Rolls en Aston Martin bestaan ook nog altijd, en houden nog een stukje Britse automobielhistorie in ere. 

Net als Mike en Edd van Wheeler Dealers. Die zorgen ervoor dat overblijfselen uit de Britse auto industrie een nieuw leven krijgen ingeblazen. Dat de Frogeye weer een begrip is. Dat Lotus een boost voor zijn historische elan (juist, dankzij de Elan) heeft gekregen. Dat de Mini Moke pure cult blijft, evenals de Cooper! Dat iedereen weet dat Range Rover ook vroeger iets fantastisch op de weg zette en daarmee de basis legde voor de prachtige modellenlijn van nu. Wheeler Dealers verricht prachtwerk. 

Wie echter had gedacht dat er in mijn vitrinekast ruimte zou worden gemaakt voor onder meer een Morris 1300GT en een Triumph TR 4, die had ik een jaar geleden voor gek verklaard. 

Maar ze staan er inmiddels wel!


Dit artikel werd eerder ook door Erik van Putten geplaatst binnen de myweblog-sectie van www.Autoweek.nl.

UA-39509209-1